Regionale woondeals lopen achter op schema
Slechts 11 procent van de regio's haalt doelstellingen

De regionale woondeals, die onder voormalig minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Hugo de Jonge werden geïntroduceerd, blijven ver achter bij de geplande bouwdoelstellingen. In 2024 wist slechts 11 procent van de regio’s de afgesproken aantallen te behalen.
Dit blijkt uit een analyse van Cobouw Pro, waarin de bouwambities uit de regionale woondeals voor 2024 zijn vergeleken met de daadwerkelijk gerealiseerde woningbouwcijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Van de 35 regio’s behaalden slechts vier regio’s (11 procent) hun bouwdoelen. Daarmee zet de neerwaartse trend in de woningbouw zich voort: in 2023 wisten nog elf regio’s (31 procent) hun doelstellingen te realiseren. Vooral gebieden in Friesland en de grensregio’s voldeden destijds aan de ambities, maar ook daar stokt de bouwproductie. De Waddeneilanden vormen een sprekend voorbeeld: in 2023 werden daar nog 73 woningen gebouwd, ruim boven de doelstelling van 70. In 2024 bleef de teller steken op slechts 39 nieuwbouwwoningen, terwijl de doelstelling op 80 lag.
De regionale woondeals zijn niet-bindende afspraken die onder leiding van Hugo de Jonge tot stand kwamen tussen het Rijk, provincies, gemeenten, marktpartijen en woningcorporaties. Nederland werd opgedeeld in 35 regio’s, die elk hun eigen woondeal kregen met jaarlijkse bouwdoelstellingen. Oorspronkelijk werd ingezet op de bouw van 936.000 nieuwe woningen tot 2030, maar door de toenemende woningnood is deze ambitie inmiddels bijgesteld naar 981.000 woningen.