‘Een goed product moet goed beleefd worden’

Joost van Dijk, Homes Factory

3 minuten leestijd
fabrieksmatig bouwen

“Ik heb niet het vertrouwen dat industrieel bouwen de komende twee jaar versneld gaat worden. Daarvoor is nog echt een systeemverandering nodig.” Dat zegt Joost van Dijk, mededirecteur van Homes Factory. Naar zijn idee gaat het ook om meer dan alleen de woning. “We moeten niet alleen kijken naar het product zelf, maar ook naar de integratie van energiegebruik, mobiliteit en het creëren van een prettige woonomgeving. Een goed product moet ook wel goed worden beleefd”

Homes Factory heeft zich sinds de oprichting vier jaar geleden flink ontwikkeld. Van Dijk legt uit dat de eerste jaren vooral zijn besteed aan het opbouwen van het bedrijf en het ontwikkelen van hun product. “We hebben veel tijd, energie en geld gestoken in het verbeteren van onze woningen. Je hebt natuurlijk altijd de uitdagingen die elk startend bedrijf heeft. We richten ons op efficiëntie, duurzaamheid en kwaliteit,” vertelt hij. Als één van de geselecteerde partijen voor het leveren van woningen voor NH Bouwstroom heeft het ook uitzicht op het produceren van de woningen. “De bouwstroom stelt ons in staat om te kunnen plannen en te investeren. Maar we leren er ook van.”

Zo heeft het bedrijf inmiddels verschillende typen woningen gerealiseerd, waaronder appartementencomplexen, vrijstaande woningen, starterswoningen en tijdelijke woningen. “Dus we hebben het hele arsenaal waar behoefte aan is eigenlijk gebouwd en steeds geleerd om dat product beter te kunnen maken,” zegt Van Dijk.

Achterloopt

Van Dijk benadrukt dat de bouwsector nog steeds relatief achterloopt op andere industrieën op het gebied van industrialisatie en logistiek. “In andere sectoren zie je al lange tijd systematische veranderingen,” zegt Van Dijk. “De bouwsector blijft echter een beetje achter. Naast een aantal koplopers die ver gevorderd zijn, zijn er veel traditionele bouwbedrijven die nog achterblijven.” Het heeft volgens hem ook alles te maken met het versnipperende karakter van de sector. “Als je hoort dat elf partijen zich voor een tender inschrijven. Dan betekent dat, dat er best wel veel initiatieven zijn. De bouwsector is ook diverser dan bijvoorbeeld de automobielindustrie, die slechts een paar grote spelers kent.”

Vraagtekens

Hij zet ook vraagtekens bij de grote hoeveelheid aan bedrijven die zich met geïndustrialiseerde woningconcepten bezighouden. “Je hebt toch een zekere mate van schaal nodig. En welke schaal heb je nodig om ervoor te zorgen dat je de kostprijs kunt reduceren? Want dat is toch wat de opdrachtgevers graag willen. En vooralsnog is vraag en aanbod nog niet goed op elkaar afgestemd.” Volgens Van Dijk is daarom de tijd rijp voor verandering. “We staan voor een bijna noodzakelijke systeemverandering in de bouwsector. Dit vereist een structurele aanpak en samenwerking tussen verschillende partijen, zoals de overheid, opdrachtgevers en bouwbedrijven. Iemand moet de steen in de vijver gooien. Dat kan de overheid zijn, zowel op rijksoverheid- als gemeentelijk niveau.”

Woonomgeving

Los van die systeemverandering voorziet Van Dijk dat het ook over meer moet gaan dan alleen de woning. “Dan heb ik het over hoe maken we een prettige woonomgeving?” Na een korte stilte”: “Misschien is dat nog wel veel belangrijker dan te zorgen dat het product goed is gemaakt. Die combinatie. Ik denk ook dat we daar met elkaar makkelijker stappen in kunnen zetten. Dan komen ook vraagstukken aan de orde zoals hoe gaan we dan om met energie en energiegebruik? Of gaan we energie delen? Dat soort concepten. Hoe gaan we binnen die woonomgevingen om met mobiliteit. Hoe koppelen we dat op de een of andere manier aan elkaar? Dat is uiteindelijk ook een wezenlijk onderdeel van het product wat je levert. Een goed product moet ook wel goed worden beleefd.”