‘Om te kunnen innoveren moet de bouw meer samenwerken’

Thijs Asselbergs, Architectuurcentrale

4 minuten leestijd
parametrisch ontwerp

Thijs Asselbergs, architect en oprichter van de Architectuurcentrale en emeritus hoogleraar Architectural Engineering aan de TU Delft, voorziet nog een lange weg voor industrieel bouwen. “De doelstelling om al in 2030 de helft van de benodigde woningen industrieel te produceren noem ik ambitieus. Hoe we daar precies komen is ook nog niet echt duidelijk. De sleutel ligt voor een deel in parametrische en digitale oplossingen. Maar bovenal moet de bouw echt veel meer gaan samenwerken.”

“De bouw is bijna één grote familie,” trapt Asselbergs het gesprek af. “Iedereen ontmoet elkaar op netwerkbijeenkomsten en het is dan reuze gezellig.” Maar het mag dan soms als één grote familie voelen, iedereen is tegelijkertijd ook concurrenten van elkaar. “De bouw zelf is natuurlijk uiteindelijk toch een heel gesloten omgeving waar iedereen een eigen belang heeft. Het zijn allemaal investeerders die aan de hand van initiatieven toch weer moeten kijken hoe ze aan het eind van de maand hun rekeningen kunnen betalen en, laten we zeggen in deze gewone gezonde kapitalistische maatschappij, daar winst uit kunnen halen.”

Worst

Het is dit gegeven dat volgens Asselbergs echte samenwerking in de weg staat. Echte synergie tussen bouwproducenten moet in zijn ogen worden geoptimaliseerd. “In plaats van ieder zijn eigen productie op te zetten, moeten gecertificeerde producten de standaard moeten worden. Certificering moet ook door de overheid worden gestimuleerd om kwaliteit en innovatie te waarborgen. Zo kan je partijen een worst voor houden om te verbeteren en te optimaliseren. En dan zullen er partijen van de kar vallen want er zijn nu veel te veel bedrijven die elk hun eigen concept aan de man willen brengen. Geïndustrialiseerde bouw heeft baat bij schaalvergroting, wat helpt om efficiëntie te verbeteren. Dit vereist echter samenwerking en afstemming tussen alle bouwpartners.” Er is geld nodig om dit te realiseren en verschillende partijen moeten hun krachten bundelen. Asselbergs: “Innovatieve daadkracht en ondernemerschap zijn essentieel. We willen allemaal geld verdienen, maar om een succesvolle, geïndustrialiseerde ontwerpende bouwer te zijn, moet alles samenkomen.”

Parametrische methoden

Hoewel de bouwsector niet als super innovatief wordt beschouwd in vergelijking met andere industrieën, zoals de gezondheidszorg, zijn er wel degelijk innovaties mogelijk. We moeten kijken hoe parametrische methoden helpen om processen beter af te stemmen, ontwerpen te optimaliseren en de overgang van ontwerp naar productie te vereenvoudigen. “We bereiken daardoor een file to factory die veel optimaler is.”

In het verlengde daarvan is Asselbergs van mening dat we veel meer moeten inzetten op modulair bouwen waarbij de modules uitwisselbaar zijn. “Producten waar uiteindelijk een project mee kan worden gemaakt.” Want, en dat vindt Asselbergs een wezenlijk onderdeel: “Elk bouwwerk is een project en geen product. En dat maakt industrialisering in de bouw complex. Het doel zou moeten zijn om producten te optimaliseren zodat ze beter uitwisselbaar en soepeler in projecten kunnen worden toegepast. Dit alles met oog voor betaalbaarheid, aanpasbaarheid, efficiëntie en kwaliteit. Daarnaast blijft het essentieel om projecten te creëren waar mensen in willen wonen. In producten kan je niet wonen.”


Hamvraag

De hamvraag is natuurlijk wie zwengelt dit alles aan? “Feitelijk is de samenleving de belangrijkste opdrachtgever want die heeft een geoptimaliseerde bouwproductie nodig. Maar de reguliere opdrachtgevers moeten naar mijn idee een leidende rol spelen in het bevorderen van samenwerking tussen partijen. Een voorbeeld hiervan is NH Bouwstroom waar schaalvergroting helpt om betere integrale oplossingen samen te bedenken. Het blijft”, zegt hij na een korte stilte, “een uitdaging om van gestandaardiseerde componenten mooie en waardevolle projecten te maken.”

Cruciale rol

Uiteraard spelen architecten hierbij een cruciale rol. “Ze moeten zich aanpassen aan de geïndustrialiseerde manier van werken door de bouwsystemen te begrijpen en te verbeteren.” Dit vereist aldus Asselbergs dat ontwerpers zowel het product als het de toepassing daarvan moeten doorgronden en helpen verbeteren. “Architecten blijf je ook nodig hebben om met de producten goede projecten te maken.” Het is volgens hem ook essentieel dat architecten dit omarmen. “Als de architect wil overleven, dan zal hij echt moeten anticiperen op hoe deze systemen op een juiste wijze zijn in te zetten. De bouw gaat onvermijdelijk industrialiseren. En dat vraagt om een andere manier van denken en werken. Het vraagt ook”, zo voegt hij eraan toe, “om een andere materialisering en andere oplossingen waarover ontwerpers moeten meedenken. Natuurlijk gaat Nederland er anders uitzien want we leven inmiddels in de 21ste eeuw.”