‘Sustainer wil de Android van de sector worden’
Gert van Vugt, Sustainer

“De bouwsector heeft als het gaat om digitalisering nog een lange weg te gaan”, zegt Gert van Vugt, directeur van Sustainer. Bij zijn bedrijf speelt digitalisering inmiddels een cruciale rol. “Maar dat is ook stapje voor stapje gegaan. Om daadwerkelijk resultaat te behalen, is het belangrijk om eerst binnen één bouwsystematiek of keten te standaardiseren en dan uitbouwen.” Voor Sustainer ziet hij wel een regierol weggelegd. “Wij willen wel de Android van de sector worden.”
Bijna aan het einde van het gesprek noemt Van Vugt “het bijna een wetenschappelijke nachtmerrie” om de sector te optimaliseren. “Het zijn lifesize producten waarvoor we om te bouwen de helft van onze grondstoffen moeten aanwenden. Verder komen er honderdduizend disciplines bij kijken en gaat het om extreem hoge bedragen. Ga er maar aanstaan.”
Juist door zijn complexiteit zijn er talloze manieren om digitalisering in de bouw toe te passen. “De uitdaging is om de waarde van deze digitale toepassingen helder en begrijpelijk te communiceren, vooral omdat de kracht van digitalisering vaak ligt in de interactie tussen verschillende disciplines en fases van het bouwproces,” aldus Van Vugt.
“
Cruciaal
Om de volledige keten te digitaliseren, is het volgens hem cruciaal om standaarden te creëren. Echter, om daadwerkelijk resultaat te behalen, is het in zijn ogen belangrijk om eerst binnen één bouwsystematiek of keten te standaardiseren. “Door de focus te leggen op één specifieke workflow, kunnen processen in de diepte verder worden geoptimaliseerd zonder dat de hele sector tegelijkertijd moet worden meegenomen. Eenmaal een succes, kunnen deze gestroomlijnde processen worden uitgebreid naar andere onderdelen van de bouwsector.”

Volgens Van Vugt zijn er twee benaderingen voor de digitalisering in de bouw. “De eerste is het samenbrengen van alle betrokken partijen in de sector om tot gemeenschappelijke blauwdrukken en standaarden te komen. Dit is echter een complex en politiek proces, omdat het voor iedere partij kostenverhogend kan zijn om hun processen aan te passen. De tweede benadering is meer evolutionair: verschillende manieren van werken worden naast elkaar gezet en de meest succesvolle en efficiënte workflows groeien dan vanzelf. Overheden kunnen deze groei stimuleren en zo de meest elegante en effectieve standaarden promoten.”
Regie
Zelf kiest hij er met Sustainer nadrukkelijk voor om de regie zelf in de hand te nemen. “Met andere woorden, we stellen onze eigen standaarden op en beheren deze om de voordelen van digitalisering te benutten. Het doel is hierbij niet om alles open source te maken, maar om de kernsystemen breed toegankelijk te houden, vergelijkbaar met hoe Android in de softwarewereld werkt. “Momenteel zijn er al twee assemblagefaciliteiten in Nederland die ons systeem adopteren, en we kijken nu naar uitbreiding in landen als Frankrijk, Engeland en Duitsland.”
“
Deze benadering stelt Sustainer in staat om verschillende klanten de vrijheid te geven om hun eigen processen in te richten terwijl de kern en de achterliggende systemen eenduidig blijven. “Digitalisering wordt daarmee de sleutel tot efficiënter en meer gestroomlijnd bouwen. Tegelijkertijd behouden bedrijven die met ons systeem werken de mogelijkheid om zich te onderscheiden.” Hij geeft als voorbeeld hoe Gewoon Hout en VORM met het systeem werken. “Gewoon Hout heeft hun fabriek zo ingericht dat ze veel standaardwoningen met vaste afmetingen kunnen produceren. Hierdoor loont het voor hen om specifieke plaatmaten op voorraad te houden. VORM richt zich daarentegen meer op maatwerk en minder op standaardbouw. Zij zien geen voordeel in het op voorraad houden van platen, omdat ze dan te lang blijven liggen. Dit vraagt om een andere organisatie van de keten. Hoewel het een kleine nuance lijkt, heeft het grote implicaties voor de productie. Zo kunnen beide fabrieken nog steeds uitblinken in hun eigen specialisme ondanks dat ze hetzelfde operatiesysteem gebruiken.”

Over een antwoord op de vraag waar nu de lastigheid ligt om op te schalen hoeft Van Vugt niet lang na te denken. “De kern is dat de keuze voor een standaardsysteem, zoals een bouwsysteem, uiteindelijk bij de projectontwikkelaar ligt. Die bepaalt welke aannemer of partij wordt ingezet en hebben de beslissende stem. De ontwikkelaar kiest niet vanwege digitalisering, maar voor een sluitende business case: mooie, leefbare ontwikkelingen met een gezond rendement, snelle vergunningen en duurzaamheid. Wat nu vaak misgaat, is niet het gebrek aan duurzame ambities of mooie gebieden maar dat de business case financieel niet rondkomt. De business case moet sluitend blijven gedurende het hele ontwikkeltraject.”
Afbakening
Veel factoren kunnen de business case beïnvloeden en digitalisering zorgt in zijn ogen tot op detailniveau voor een heldere afbakening. Daardoor zijn risico's goed te beheren. “Maar ook”, voegt hij er aan toe, “in het elegant ontwerpen, minder materiaalgebruik en zorgen dat er allerlei types faalkosten en verlies uit het proces gaan. Dat is ook gewoon heel duidelijk wat met digitalisering werkt. Doordat wij het produceren van die productiemodellen behoorlijk in de vingers hebben en kunnen we dat heel ver doorvoeren. Zo gebruikt Sustainer door deze methode tot wel 75 procent minder hout dan sommige massief houten bouwprojecten. Dat levert voordelen op voor de hele keten. Want hout wat je niet hoeft in te kopen, hoef je niet te bewerken, hoef je niet te transporteren, hoef je niet te tillen, hoef je niet te bevestigen.”
Uitdagingen
Digitalisering biedt in zijn ogen dus de mogelijkheid om efficiënter, duurzamer en voorspelbaarder te bouwen. Hoewel er nog uitdagingen zijn, met name in het opschalen en standaardiseren van processen, biedt het werken met een gestroomlijnde workflow een duidelijk pad naar een effectievere en meer duurzame bouwsector. “Ik denk”, zegt hij na een korte stilte, “dat we uiteindelijk in principe 80 procent van de Nederlandse bouw die we nu maken, aan maatwerk zó neer kunnen zetten. En met 80 procent minder werk.”